Het totale saldo van de uitzettingen met een rente typische looptijd korter dan één jaar bedraagt per eind 2017 € 10,6 miljoen. Het saldo bestaat uit het saldo overige vorderingen ad € 7,6 miljoen, het saldo vorderingen op openbare lichamen ad € 199.000 en het saldo uitzettingen in 's Rijks schatkist ad € 2,7 miljoen.
bedrag x € 1.000 | 31-12-2017 | 31-12-2016 |
---|---|---|
Overige vorderingen: 1. handelsdebiteuren | 6.777 | 2.008 |
Overige vorderingen: 2. belastingdebiteuren | 620 | 785 |
Overige vorderingen: 3. sociale dienst debiteuren | 731 | 665 |
Overige vorderingen: 4. voorziening dubieuze debiteuren | -684 | -1.694 |
Overige vorderingen: 5. facilitaire projecten: nog te facturen | 193 | 184 |
Uitzettingen in s Rijks schatkist met rentetypische looptijd korter dan één jaar | 2.722 | 9.755 |
Vorderingen op openbare lichamen | 199 | 759 |
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 10.558 | 12.463 |
Overige vorderingen
Het saldo overige vorderingen bestaat uit het saldo openstaande debiteuren en het saldo Facilitaire projecten nog te factureren.
Het saldo van de debiteuren bedraagt inclusief vorderingen op openbare lichamen € 7,6 miljoen. Dit saldo betreft voor € 5,8 miljoen een toekomstige levering bouwrijpe gronden.
Bij de vorderingen op openbare lichamen werd in 2017 alsnog een betaling van € 698.000 ontvangen voor een vordering bouwleges uit voorgaande jaren.
Voor elke categorie debiteuren is een voorziening dubieuze debiteuren voor het gedeelte van de vordering waarbij de kans klein is dat deze ontvangen gaat worden. Het saldo van de voorziening dubieuze debiteuren is als volgt te specificeren:
bedrag x € 1.000 | Boekwaarde 1januari | Toevoegingen | T.g.v. exploitatie vrijgevallen bedragen | Aanwendingen | Boekwaarde 31december |
---|---|---|---|---|---|
Dubieuze debiteuren | 1.218 | -701 | 315 | 4 | 198 |
Dubieuze debiteuren belastingen | 211 | 31 | 0 | 44 | 198 |
Dubieuze debiteuren Sociaal domein | 265 | 22 | 0 | 0 | 287 |
Dubieuze vorderingen op openbare lichamen | 0 | 701 | 698 | 3 | 0 |
Debiteuren | 1.694 | 53 | 1.012 | 51 | 684 |
Tot en met 2016 werden de dubieuze vorderingen op openbare lichamen gepresenteerd en toegelicht bij de voorziening dubieuze (handels)debiteuren. Met ingang van 2017 worden deze op de balans gepresenteerd bij de vorderingen op openbare lichamen. De mutatie van € 701.000 en - € 701.000 in de kolom toevoegingen betreft de herrubricering van het saldo dubieuze vorderingen openbare lichamen.
De voorziening dubieuze vorderingen op openbare lichamen is ultimo boekjaar nihil. De vrijval van € 698.000 betreft de reeds hiervoor genoemde vordering aanleg N201 uit voorgaande jaren waarvoor in 2017 alsnog een betaling is ontvangen.
Facilitaire projecten: Nog te factureren
Dit betreffen kosten faciliterend grondbeleid die verhaald kunnen worden op derden en waarbij sprake is van een getekende overeenkomst. Het saldo van de facilitaire projecten nog te factureren is als volgt te specificeren:
bedrag x € 1.000 | Boekwaarde 31-12-2017 | Boekwaarde 31-12-2016 |
---|---|---|
Nieuw Calslagen | 162 | 150 |
Dorpshaven Zuid | 30 | 35 |
Totaal | 193 | 184 |
Schatkistbankieren
In het begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden vanaf 2013 gaan schatkistbankieren. Gemeenten zijn verplicht om tegoeden boven een vooraf vastgesteld maximumbedrag (het zogenaamde drempelbedrag) aan te houden in 's Rijks schatkist.
Ultimo 2017 bedraagt de vordering op het Rijk € 2,7 miljoen. De daling van de vordering op het Rijk van € 7 miljoen t.o.v. 2016 wordt voor € 4,5 miljoen verklaard door de aflossing van een langlopende geldlening in 2017.
In het besluit begroting en verantwoording (BBV) is opgenomen dat in de balans over (het gebruik van) het drempelbedrag wordt gerapporteerd op de navolgende voorgeschreven wijze. Uit de gegevens blijkt dat in 2017 het drempelbedrag in geen enkel kwartaal is overschreden.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Verslagjaar | |||||
(1) | Drempelbedrag | 500 | |||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(2) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 469 | 461 | 438 | 401 |
(3a) = (1) > (2) | Ruimte onder het drempelbedrag | 30 | 38 | 61 | 99 |
(3b) = (2) > (1) | Overschrijding van het drempelbedrag | - | - | - | - |
(1) Berekening drempelbedrag | |||||
Verslagjaar | |||||
(4a) | Begrotingstotaal verslagjaar | 66.600 | |||
(4b) | Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen | 66.600 | |||
(4c) | Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat | - | |||
(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000 | Drempelbedrag | 500 | |||
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | |||||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(5a) | Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) | 42.240 | 41.951 | 40.321 | 36.870 |
(5b) | Dagen in het kwartaal | 90 | 91 | 92 | 92 |
(2) - (5a) / (5b) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 469 | 461 | 438 | 401 |